Heeft u een vordering en betaalt uw wederpartij die vordering niet (of niet op tijd), dan kunt u aanspraak maken op rente. Uw wederpartij dient dan wel ook in verzuim te zijn. Met die rente wordt u gecompenseerd voor de periode dat u niet (tijdig) over uw geld kon beschikken en het geld dus niet kon gebruiken om er meer geld van te maken. Bijvoorbeeld door te investeren in uw bedrijf of door te beleggen. Maar welke soorten rente zijn er eigenlijk? En welke rente mag u in uw situatie vorderen?
Contractuele rente
In Nederland geldt een grote mate van contractsvrijheid. In dat kader hebben partijen de mogelijkheid om zelf afspraken te maken over de rente die verschuldigd is bij het uitblijven van (tijdige) betaling. Zo kunnen partijen bijvoorbeeld afspreken maken dat de schuldenaar bij niet tijdige betaling 10% rente is verschuldigd. Ook kunnen zij afspreken dat de rente niet verschuldigd is per jaar (hetgeen gebruikelijk is), maar per kwartaal of zelfs per maand. De mogelijkheid om dit zelf te regelen geeft partijen veel ruimte om de samenwerking naar vrije keuze in te richten en om de risico’s in die samenwerking op de gewenste wijze tussen de contractspartijen te verdelen.
De contractsvrijheid is echter niet onbegrensd en er kunnen dan ook verschillende redenen zijn waarom een overeengekomen contractuele rente toch niet overeind kan blijven. Dat is met name het geval als de contractuele rente erg hoog is (zogenaamde woekerrente). De contractuele rente kan dan bijvoorbeeld in strijd zijn met de openbare orde en/of de goede zeden en is dan nietig. Ook kan het bedingen van een zeer hoge rente onder omstandigheden misbruik van omstandigheden opleveren (en op die grond vernietigbaar zijn) of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn (en dan buiten toepassing worden gelaten). Is de rentebepaling opgenomen in de algemene voorwaarden dan bestaat het risico dat de rentebepaling kan worden aangemerkt als onredelijk bezwarend, in welk geval de rentebepaling vernietigbaar is.
Of een rentepercentage te hoog is zal een rechter per kwestie beoordelen en is dan afhankelijk van alle specifieke omstandigheden van het geval. Blijft de contractuele rente niet overeind, dan wordt in beginsel teruggevallen op de wettelijke rente.
Wettelijke rente
De wettelijke rente is geregeld in artikel 6:119 BW. Deze wettelijke rente geldt als partijen geen andere contractuele rente zijn overeengekomen en als geen sprake is van ‘handelstransacties’. In de meeste gevallen gaat het dan om situaties waarbij consumenten betrokken zijn (dus B2C, C2B of C2C).
De overheid stelt ieder jaar de hoogte van de wettelijke rente vast. Op 1 januari 2021 is de wettelijke rente vastgesteld op 2% per jaar. Dat is gelijk aan het rentepercentage van de voorgaande jaren. In 2014 was dit nog 3%.
Wettelijke handelsrente
De wettelijke handelsrente is geregeld in artikel 6:119a BW. Deze rente geldt als sprake is van ‘handelstransacties’. Handelstransacties zijn - kort gezegd – transacties tussen partijen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf of rechtspersoon (dus B2B).
Net als de wettelijke rente, wordt ook de wettelijke handelsrente jaarlijks vastgesteld door de overheid. De wettelijke handelsrente is echter aanzienlijk hoger dan de wettelijke rente. Op 1 januari 2021 is de handelsrente vastgesteld op 8%.
Update 2023
Over dit onderwerp en de actuele wettelijke rentetarieven 2023 publiceerden wij een actuele blog. Klik op de link voor meer informatie.