Iedere uitzendonderneming behoort erop toe te zien dat zij haar verplichtingen die voortvloeien uit de algemeen verbindend verklaarde cao’s nakomt. Het naleven van de cao moet onder meer blijken uit de door of namens de uitzendorganisatie gevoerde inzichtelijke en deugdelijke loon- en arbeidstijdenadministratie. Dit is voor uitzendorganisaties niet vrijblijvend. Indien naleving uitblijft, komt de uitzendonderneming in beeld bij de SNCU (Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten).
De SNCU is in februari 2004 opgericht door werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties in de uitzendbranche. Namens deze organisaties houdt de SNCU toezicht op de naleving van de uitzend-cao. Tot de kerntaken van de SNCU behoren onder meer het geven van voorlichting over de cao voor uitzendkrachten en het bevorderen van de naleving van algemeen verbindend verklaarde uitzend-cao’s.
De SNCU ontleent haar bevoegdheid onder meer aan de Wet CAO, de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren, de cao voor Uitzendkrachten (ABU en NBBU) en de cao Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche (SFU), met de daarin opgenomen statuten en reglementen.
De werkwijze van de SNCU
De taken en verantwoordelijkheden van de SNCU zijn opgenomen in de cao Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche. Artikel 4 van de statuten geeft de middelen weer die de SNCU ter beschikking heeft om haar doel te bereiken. Zo heeft de SNCU haar toezichthoudende taak overgedragen aan haar werkorganisatie. De werkwijze van de werkorganisatie van de SNCU wordt gecontroleerd door de Commissie Naleving CAO voor de Uitzendkrachten (CNCU).
Als uit onderzoek blijkt dat een uitzendorganisatie zich niet aan de cao houdt, krijgt zij eerst de kans om de fouten te herstellen. De uitzendorganisatie wordt door de werkorganisatie van de SNCU geïnformeerd over de wijze waarop dit moet gebeuren. Een uitzendbureau moet aantonen dat zij de cao wél trouw heeft nageleefd. Dit kan bijvoorbeeld door het aanleveren van een selectie van administratieve stukken waaruit blijkt dat de gegevens kloppen met de cao. Indien de uitzendorganisatie de gevraagde gegevens niet aan de werkorganisatie van de SNCU ter beschikking stelt, zal de werkorganisatie overgaan tot het in gebreke stellen van de uitzendorganisatie. Het uitblijven van medewerking aan het onderzoek of een weigering om fouten te herstellen levert een gegrond vermoeden van een overtreding op. Dit vermoeden geeft de werkorganisatie, na goedkeuring van de CNCU, een grond voor het instellen van een controle op de naleving van de cao. Uit deze controle blijkt vervolgens of sprake is van overtredingen. Indien er één of meerdere cao-overtredingen worden geconstateerd sommeert de werkorganisatie van de SNCU tot herstel. Indien de uitzendorganisatie overgaat tot herstel volgt een hercontrole om te onderzoeken of herstel op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Als herstel uitblijft of onvoldoende blijkt, volgt een ingebrekestelling door de werkorganisatie van de SNCU. Blijft de uitzendorganisatie ook hierna weigeren over te gaan tot (volledig) herstel? Dan treedt de SNCU op via een juridische procedure. Medewerking of herstel van overtredingen wordt dan via de rechter afgedwongen.